Bladzijde 385

In het bergland van Tripolis.

Naar het Fransch van A. de Mathuisieulx.

Karavaan op weg naar Rhadames.

Karavaan op weg naar Rhadames.

Mijn eerste onderzoekingstocht in Tripolis in 1901 was maar zeer onbeteekenend geweest door opgekomen politieke moeilijkheden.Gelukkig heb ik daarna nog twee reizen kunnen doen, namelijk in 1903 en 1904, waarbij ik een veel uitgestrekter gebied hebkunnen bezoeken en meer op mijn gemak dit deel van Afrika heb bestudeerd, dat tot hiertoe nog zoo weinig bekend is. De onderzoekingen,in het geheele vilayet ingesteld, tot de streken, behoorend bij Fezzan, worden in dit verhaal weergegeven.

Den 20sten Maart 1903 verliet mijn karavaan Tripolis bij het aanbreken van den dag. Ik had buiten mijn eigen personeel denouden Arabier Hammer meegenomen, die mij reeds in 1901 had vergezeld, en dan den jongen Maltezer Pepino.

Wij sloegen ons eerste kamp zes kilometer ten westen van Tripolis op, te Gargaresj, opdat onze lieden veel tijd ervoor zoudenhebben, want ze waren nog nieuwelingen in het werk, dat natuurlijk in den beginne met veel misgrepen en onhandigheden gepaardgaat. De tenten, de keuken, alles was in orde, toen de leden van het Consulaat-Generaal van Frankrijk ons in den namiddageen bezoek brachten voor een laatste afscheid. Daar mijn landgenooten den wensch te kennen hadden gegeven, hier te dineeren,zette de fezzansche kok hun een vrij bescheiden maal voor, dat echter door hen op de vriendelijkste manier tot gul en hartelijkonthaal werd gestempeld.

Toen de bedienden den volgenden morgen het kamp opbraken onder het oppertoezicht van Pepino, bracht ik een bezoek aan de omstrekenen aan een dubbel graf van hooge antiquiteit, dat kort geleden gevonden was in een onderaardsch vertrek. Dit monument, metfresco’s versierd, werd gebouwd door een weduwe, Arisuth genaamd, voor haar man Juratanus en voor haar zelve. De namen vande bedoelde personen verraden reeds hun afrikaansche afkomst, en wel een numidische voor den echtgenoot en een semitischevoor de vrouw. Zooals zoo dikwijls gebeurt bij archaeologische ontdekkingen, hebben de opschriften van dit graf het mogelijkgemaakt, een belangwekkend punt uit de geschiedenis op te helderen. De heer Clermont Ganneau heeft er het bewijs in gevondenvan de opneming der vrouwen in de heidensche secte van Mithra. Mevrouw Arisuth bekleedde daarin een eereplaats en had rechttot deelneming aan de godsdienstige feesten. Tot nu toe had men gemeend, dat alleen mannen tot den dienst van Mithra werdentoegelaten, dien machtigen arischen godsdienst, welks wieg dezelfde is als die van het gansche menschengeslacht, en die zichover de geheele wereld heeft verspreid gedurende de oudheid, zelfs tot de verst verwijderde grenzen van Perzië Bladzijde 386ter eene, en de Zuilen van Hercules ter andere zijde.

In de buurt van die graven gaat een romeinsche toren voort, met al meer te vervallen. Het is waarschijnlijk, dat in de middeleeuwende Arabieren zich ervan bedienden voor de lijn van telegraafposten, die ze langs de kusten der Middellandsche Zee hadden opgericht;bekend is, dat een reeks van optische seintoestellen de afrikaansche kust volgde, zoodat de berichten in een enkelen dag vanEgypte naar Marokko konden worden overgebracht.

Vóór we ons zuidwaarts wenden, om ons in het binnenland te wagen, volgen wij eerst de kust tot Aboe Adjila, om daarbij deruïnen van de haven Sabathra t

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!