In het noord-westen van Engeland ligt, zooals u bekend is, de hoofdplaats van het graafschap Yorkshire; bijna naast onze deur,van Rotterdam op Hull per stoomboot, en dan nog slechts een goed uur sporen. Bezigheden riepen mij daarheen, en ik zag erzoo veel moois, en hoorde er zooveel dat de aandacht waardig is,—dat ik niet aarzel het u in ’t kort mede te deelen.
York is eene zeer oude stad; wanneer men nu het dagelijksch verkeer daar waarneemt, dat geenszins aan eene wereldstad maarduidelijk aan eene provinciestad doet denken, al zijn er meer dan 78.000 inwoners, en al wordt de stad zeer druk bezocht doorde groot industriëelen en de oeconomen uit haren aan delfstoffen zeer rijken en bovendien zeer vruchtbaren omtrek,—dan kanmen zich niet zoo dadelijk voorstellen op eene plaats te zijn, waar voor eeuwen soms over ’t wel en weê van het groote romeinschekeizerrijk beslist werd. En vóór den tijd der romeinen had York reeds eene geschiedenis; het werd gesticht in de 8ste en 9de eeuw voor onze jaartelling, en is dus ouder dan Rome. De Britten noemden het Caer-Evranc, en als Eboracum treed het reedsin de 2de eeuw van onze jaartelling op den voorgrond als de hoofd-nederzetting der Romeinen in Brittanje; als het hoofdkwartier vanhet 6de legioen en als residentie der keizers. Keizer Severus stierf in 211 te York en werd er begraven; Constantijn de Groote werder in 306 tot keizer uitgeroepen. In het Saksische tijdperk handhaafde het zijne aanzienlijke stelling en van York uit verspreidehet Christendom zich over het noorden van Engeland. De Normandiërs hadden er eene belangrijke nederzetting. Willem de Veroveraarbouwde er twee kasteelen om het land tusschen de Humber en de Tees te bedwingen. Hendrik II van Engeland ontving hier de huldigingvan Willem den Leeuw van Schotland. Het huwelijk van Eduard III en Philippa van Henegouwen werd hier gesloten. Eduard IV werder gekroond na den slag bij Hexham, en het leger der koningsgezinden vluchtte binnen de wallen van York, nadat de rondkoppenvan Cromwell hen bij Marstonmoor zoo deerlijk geslagen hadden. Karel I werd in een klein vertrek van de Guild Hall van Yorkvoor 200.000 pond sterling aan de Schotten overgeleverd. Kortom bijna elke voetstap te York wordt gezet op door de geschiedenisgewijden grond.
De kathedraal te York. (Westelijk front.)
De kathedraal van York is het waarteeken der stad, en met recht. Zij is een der grootste en prachtigste kerken in Engeland,en dat zegt veel, want de engelsche kathedralen zijn wereld monumenten. Van den vroeg-engelschen bouwstijl is de kathedraalvan Ely het waardigste voorbeeld; zij is langer maar smaller dan die van York; zij heeft misschien meer eigenaardigheden,maar die van York, trouwens van later dagteekening, spant de kroon.
Op dezelfde plaats waar nu dit trotsche gebouw zich verheft, werd allereerst in 627 door Paulinus, de eerste aartsbisschopvan York, een kleine houten kerk gebouwd; spoedig werd zij door eene van steen vervangen, deze en eene volgende werden doorbrand vernield, en daarna werd de grondsl