[177]

Door Noorwegen.

Karl Johans-Gade te Kristiania. (Phot. Wilse, Kristiania).

Karl Johans-Gade te Kristiania. (Phot. Wilse, Kristiania).

Naar Noorwegen! Zoo klonk het besluit, na het lezen van eene reisbeschrijving door dat land.

Zooveel moois was wel nergens ter wereld te zien, en schijnbaar in een niet te groot bestek.

En de reis werd ondernomen; het vele schoons werd gezien—maar dat niet te groote bestek bleek wel eene te vluchtige gevolgtrekkingte zijn geweest. Voor velen misschien volkomen juist, n.l. voor hen die over zee in Bergen aankomen, slechts een klein deelvan het land doorkruisen, en dan overstelpt werden door ’t vele moois dat ze zien.

Maar ik wilde wat meer; ik wilde zoo mogelijk van mijne reis een indruk van het geheele Noorwegen mede thuis brengen, en begonmet het oog daarop een reisplan te ontwerpen—maar ziet dat ging niet in den beperkten beschikbaren tijd. Het land is groot,zeer groot! Neem eens eene kaart van Europa, zeide mij later eens een Noor, en vouw haar om het zuiden van ons land om, danzult ge zien dat het noorden tot ver in Italië reikt. En inderdaad Noorwegen is zóó groot, en bezit zoovele ver, zeer veruiteenliggende punten, die men dan toch er eenmaal zijnde, ook bezoeken wil—dat reizigers die over niet meer dan 15 tot 20dagen te beschikken hebben, eigenlijk verstandiger doen, met er niet heen te gaan. Ik was zoo verstandig niet en moest aldadelijk besluiten om het noordelijkste deel met Trondhjem, en van het westelijk deel waarschijnlijk ook de stad Bergen onbezochtte laten; en voor het overige was.... Maar ik hoop dat het u niet vervelen zal mij van dag tot dag te volgen.

Ten 10 uur ’s morgens verliet ik Amsterdam; gebruikte te Osnabrück het middagmaal en kwam ten 9.40 uur ’s avonds te Hamburg;had daar weder den tijd tot 11 uur 30 om via Warnemunde naar Kopenhagen te trekken. Deze trein heeft slaaprijtuigen, die menniet verlaat vóór de aankomst te Kopenhagen. Intusschen de zeetocht van Warnemunde tot Gredser was zeer stormachtig; ’t verblijfin het slaaprijtuig werd daardoor onderbroken en een kijkje op de boot genomen. ’t Was er vol en de reizigers waren allenin opgewekte, eenigszins luidruchtige stemming. Het personeel der Deensche Staatsspoorwegen bood den volgenden dag een feestaan, aan dat van de Mecklenburgsche spoorwegen. De boot was daardoor stampvol met heeren en dames van de spoor; overal vondmen menschen, alléén de slaaprijtuigen en de slaapplaatsen aan boord bleven [178]onbezet, jammer voor hen die, als ik, hunne nachtrust wilden genieten, want het inschepen der spoorwegrijtuigen was zoo kalmgegaan, dat men er zoo midden in den nacht maar weinig van merkte. Gelukkig was er tusschen Gedser en Kopenhagen nog een rustiguiltje te knappen. We werden nog eens met den geheelen trein over een zeearm gezet, en eerst te Roskilde kwam er zooveel bewegingaan de stations, dat het slapen er bij inschoot. Het eiland Seeland is lief en blijkbaar zeer welvarend, maar niet zóó mooi,dat het alle aandacht vordert. Ten 9 uur 43 pre

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!