Bladzijde 73

In Zuid-Bretagne

Pottenmarkt te Quimper.

Pottenmarkt te Quimper.

Het stadje Quimperlé kan heel goed als type dienen voor Zuid-Bretagne, hier in dit hoekje van Finistère, zooals Morlaix enSaint-Pol-de-Léon Noord-Bretagne typeeren. Men kan te Quimperlé van allerlei eigenaardigheden der natuur en van ieder aanzicht,dat een landschap bieden kan, genieten.

Meisje uit Quimperlé.

Meisje uit Quimperlé.

Als men aankomt op een avond van helderen maneschijn, vindt men een vreedzaam, stil stadje, dat er fantastisch uitziet, metledige straten en kronkelende steegjes, gevels, die voorover hangen en terugwijkende benedenhuizen. De klokkentoren van Saint-Micheldrukt als een domper op de huizen der bovenstad. Als het blauwe maanlicht over het steenen gevaarte strijkt, ziet de torener met zijn hoeken en bogen en balustrades uit als een reuzenuil met een vierkante kroon en de witte vlek van 't uurwerk overzijn eene oog. De uil staat daar reeds op zijn steenen nest sinds de 15de eeuw, en de klokkestem, die zijn stem is, blijktwel een stem te zijn uit het grijs verleden, zoo oud en vreemd en gesluierd klinkt zij, beverig en grommend en langzaam detonen uitgietend over de stad en de rivier.

Dat is het eenige nachtelijke geluid in Quimperlé, die stem van lang geleden. Alles slaapt den slaap der kleine steden, dienslaap, die werkelijk slaap is, de dood der menschheid. Geen enkele tred op het plaveisel van de straten, geen geratel vaneen rijtuig bij 't begin van den straatweg, zelfs niet het fluiten van een spoortrein op de hoogte. Alles zwijgt tegelijk,en als men opmerkzaam toeluistert, hoort men zoo nu en dan 't geritsel van den wind in het gebladerte der boomen van het plein,of 't zacht geklots van het water tegen den oever, of den doffen bons van een boot tegen de steenen kade. Zulke nachten kenthet groote Parijs niet, welks holle Bladzijde 74bodem, waarin de buizen en leidingen van allerlei diensten elkander kruisen, het geluid van al wat in beweging is, meedoogenloosterugzendt.

De fiacres van drie uur in den morgen rijden nog, nachtelijke feestgangers zijn nog onderweg, of reeds komen uit alle voorstedende wagens van de groenten- en fruitverkoopers en gaan met de snelheid, die hun slaperige paarden bereiken, naar de hallen.Doch dat is nog maar een rustig, regelmatig, bijna gedempt geluid. Later behoort de stad aan de slagerskarren en de melkrondbrengers,die vliegensvlug door de straten daveren; gillend en met hun zweep omhoog, gedragen de koetsiers zich, of ze aan een wedstrijdmet triomfwagens deelnamen.

Zulke genoegens kent Quimperlé niet, en de doortrekkende reiziger, die uit de groote steden komt, moet het stadje dankbaarzijn, dat hij er de décors der onbewegelijkheid en de stemmen der stilte mag bewonderen.

De menschen staan vroeg op; dan begint de vroolijke symphonie der klompen, en de verandering treedt op in 't aanzien der stad.Die schijnt met den blauwen rook uit de schoorsteenen mee

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!